Geen bevolkingsgroep die zo immobiel is als ouderen. Op de woningmarkt wel te verstaan. Ze stellen verhuizen uit, ook als hun huis te bewerkelijk of te groot wordt. „Ouderen zijn ongelooflijk honkvast. Ze denken het liefst niet na over verhuizen”, zegt Dorien Manting. Zij is sectorhoofd verstedelijking en mobiliteit van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en aan de UvA hoogleraar bevolkingsdynamiek. De reden: ze wonen al veertig jaar in dat huis, ze kennen de wijk en de voorzieningen op hun duimpje. Ouderen met een koophuis schrikken bovendien terug voor het idee om te gaan huren, want ze hebben hun hypotheek soms al jaren geleden afgelost. Dan voelt huren heel duur.
VOOR OUDEREN DIE AANPASSINGEN IN HUN HUIS NODIG HEBBEN
1
Je hebt een koophuis, een laag inkomen en een lage hypotheek. Je wilt als 80- jarige in je huis blijven, maar dan zijn aanpassingen nodig. Je kunt het proberen via de Wet maatschappelijke ondersteuning. De bank wil geen lening geven wegens je lage inkomen. Je kunt ook een Blijverslening aanvragen, maar dat is een nog nauwelijks toegepaste voorziening. Je kunt ook een aangepaste woning huren in de sociale sector. Na verkoop van je huis kun je ook een passende woning kopen.
2
Je hebt een koophuis, een hoog inkomen en de hypotheek is afgelost. Je wilt als 80-jarige in het huis blijven, maar het moet dan worden aangepast. De bank is waarschijnlijk wel bereid om je geld te lenen, gezien je inkomen. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is ook een optie. Verhuizen naar een sociale huurwoning is eigenlijk de enige beperking, wegens je hoge inkomen.
3
Je hebt een koophuis, een laag inkomen en een hoge hypotheek. Je wilt als 80-jarige in het huis blijven wonen, maar dan moet het worden aangepast. Je kunt een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning. Lukt dat niet, dan moet je de aanpassing zelf financieren of een aangepaste sociale huurwoning huren.
4
Je hebt een huurhuis van een woningcorporatie. Je wilt als 80-jarige in het huis blijven, maar het moet dan wel worden aangepast. Probeer of de gemeente via de Wet maatschappelijke ondersteuning (een deel van) de aanpassing wil financieren. Lukt dat niet, dan verwijst de corporatie je waarschijnlijk door naar een reeds aangepaste woning in hun aanbod. Wil je dat niet, dan moet je blijven zitten zonder aanpassing of die zelf betalen.
Bron: ANBO
Toch komt voor een aantal ouderen het moment dat het echt niet meer gaat in het oude huis en moeten ze beslissen: huren of kopen?
Wat het beste is hangt van veel factoren af, volgens directeur-bestuurder Liane den Haan van seniorenorganisatie ANBO. Hoe hoog is je inkomen, hoe hoog is de hypotheek, heb je nu een koophuis? „Hoe hoger je inkomen, hoe meer keuze.”
Maar er zijn beperkingen. Den Haan: „Koop je een huis waarin je veel moet aanpassen, dan heb je een hogere hypotheek nodig. Daar zitten banken niet op te wachten. Dan kun je beter huren. Heb je een koophuis met een lage of geen hypotheek, dan kun je proberen een deel van de overwaarde te verzilveren en je huis aan te passen.” Volgens het PBL ging tussen 2009-2012 iets meer dan een kwart van de verhuizende 75-plussers naar een koopwoning.
De meeste senioren willen aanpassing van de woning, zeggen deskundigen. Maar hoe financier je dat als je zelf geen geld hebt voor een traplift of een aangepast toilet? „Waar veel mensen tegenaan lopen, is dat banken niet scheutig zijn met financiering van aanpassingen”, zegt Den Haan. „Heeft een huis veel overwaarde, dan is een lening eenvoudiger te krijgen dan wanneer er nog een hypotheek op rust.” Een lening krijgen kan ook moeilijk zijn door de de inkomenstoets, die bepaalt of een inkomen de bij een hypotheek behorende maandlasten kan dragen. Gemeenten staan evenmin te trappelen om aanpassingen te financieren uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Den Haan: „Die zeggen al snel ‘Hier is de regeling niet op van toepassing. U hebt vermogen, dus betaal de aanpassing zelf maar.’ Voor sommige ouderen rest dan alleen het verpleeghuis, maar daar blijk je dan nog te goed voor te zijn of er is geen plek.”
Een rare situatie, vindt Den Haan: een traplift kost de gemeente 10.000 euro, een plek in een verpleeghuis 80.000 euro per jaar. De ANBO-directeur komt vreemde verhalen tegen. Zoals van een mevrouw van 93 jaar die op een vooroorlogse bovenwoning woont en een traplift nodig had. Ze krijgt een bijdrage via de Wmo, maar slechts voor één trap. Dan staat ze dus op de tussenetage. De tweede traplift is uiteindelijk vergoed uit een hulpfonds van de ANBO voor ouderen die aanpassingen niet zelf kunnen betalen.
Mondjesmaat komen er regelingen die het voor ouderen makkelijker moeten maken om in hun eigen huis te blijven. Zo is er sinds kort de Blijverslening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn): een goedkope lening van gemeenten voor aanpassingen in huis. De Blijverslening is echter door nog maar enkele gemeenten ingevoerd.
Vermogen lijkt het sleutelwoord voor senioren die hun huis willen aanpassen of willen verhuizen. Maar ook voor rijke ouderen kan het vinden van een nieuwe woning problematisch zijn. Peter Heijkoop, manager bij Woonzorg Nederland, de grootste huisvester van senioren in Nederland: „Die oudere komt niet in aanmerking voor een sociale huurwoning omdat hij te veel geld heeft. Die moet zelf een aangepaste woning zoeken in de vrije sector.” Ook mensen die hun huis hebben verkocht en dus vermogen hebben, maar een laag pensioen krijgen, lopen tegen beperkingen aan. Door de passendheidstoets die op 1 januari is ingevoerd – huur en inkomen moeten op elkaar zijn afgestemd – kunnen zij alleen terecht in een goedkope huurwoning. Kopen heeft voordelen voor ouderen met vermogen, vindt Heijkoop: ze hebben meestal toch geen grote uitgaven meer, de erfenis blijft intact en ze hebben geen last van stijgende huren.
Zowel overheden als de ouderen zelf kunnen meer doen om hun woonsituatie te veraangenamen, vindt Den Haan van de ANBO. „Ouderen willen graag in hun eigen wijk blijven. Maar veel aangepaste ‘nultredenwoningen’ staan in nieuwe wijken. En gemeenten moeten zakelijker denken: die lijken te vergeten dat een oudere dankzij aanpassingen in zijn huis minder zorg nodig heeft.”
En ouderen zelf? Die zien hun vermogen vooral als spaarpot en keren die liever niet om voor aanpassingen in hun huis, blijkt uit het PBL-rapport Vergrijzing en Woningmarkt. Den Haan: „Onze boodschap aan hen is: neem tijdig maatregelen.”