Volgens Trouw dan. Dat Dagblad heeft voor het eerst een groot representatief onderzoek laten uitvoeren onder een "nieuwe" bevolkingsgroep: de Young Elderly Persons (yeps). I&O Research voerde het onderzoek uit.
De periode tussen ons pensioen en het moment dat we afhankelijk worden van zorg, is door de jaren heen zo spectaculair verlengd dat de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS), een adviesorgaan voor het kabinet, inmiddels spreekt over een extra ‘derde levensfase’, tussen volwassenheid en echte ouderdom in. Vroeger gingen we op ons 65ste met pensioen, dan konden we nog vijf jaar een sigaar roken of in het park zitten, dan was het wel gedaan. Maar tegenwoordig lonkt eerst nog een héle lange vakantie, van soms wel twintig jaar, waarin we gemiddeld gezonder zijn, rijker en hoger opgeleid.
Hoewel de raad bij de afbakening van deze groep vitale ouderen wel een harde ondergrens hanteert (pensioen) maar een zachte bovengrens (zorgafhankelijk), kunnen deze yeps worden vergeleken met de CBS-groep van 65- tot 80-jarigen. Daar hebben we in Nederland momenteel 2,4 miljoen van, zo’n 14 procent van de gehele bevolking. Die groep is sinds 1950 verdubbeld. En die trend zet door. In 2040 is al 26 procent van de bevolking 65 jaar of ouder. Rond 2050 zullen er in ons land voor het eerst meer 50-plussers dan jongeren zijn.
Gelijk met de sterke toename van het aantal yeps en échte ouderen, neemt de komende jaren het aantal professionele en informele zorgverleners af. In 2030 al wordt het dreigende arbeidstekort geraamd op 280.000 medewerkers tot 800.000 in het somberste scenario. In de informele zorg gaat het dan al niet veel beter. Op dit moment heeft een 85-plusser nog 15 potentiële mantelzorgers tot zijn beschikking, in 2040 nog maar 6. Kort gezegd, de yeps die morgen met pensioen gaan, mogen dan met een Zwitserlevenachtig gevoel in de camper willen stappen, als zij over twintig jaar hulpbehoevend worden is er niemand die er voor hen zorgt. Nu al is het adagium van de overheid: woon thuis zo lang het kan. Dat zal in 2040 alleen meer indringender klinken.
Yeps doen er dus goed aan om door hun levensstijl zo lang mogelijk vitaal te blijven, terwijl ze tegelijkertijd hun eigen zorg moeten organiseren voor de tijd dat zij afhankelijk worden. Een levensbestendige woning, een goed netwerk en een potje geld om zelf zorg in de kopen maken dan het verschil. Daarover zal Trouw de komende maand een serie verhalen publiceren.
De redactie heeft onderzoeksbureau I&O Research een breed onderzoek laten doen naar de vraag hoe 55-plussers zich voorbereiden op die nieuwe derde levensfase. Tegelijkertijd werden 65-plussers bevraagd over hun ervaringen met hun nieuwe leven na het pensioen.
Hieronder de meest opvallende resultaten:
Ouderen voelen zich fit en gezond en doen er alles aan om dit te blijven…
- Van alle 55- tot 75- jarigen beoordeelt twee derde zijn fysieke gezondheid als goed tot zeer goed. Opvallend genoeg is er hier weinig verschil in leeftijd.
- Om fit te blijven zorgen ruim acht op de tien ouderen ervoor dat zij actief bezig blijven. Vooral wandelen, fietsen en tuinieren zijn populair.
- Twee derde gelooft dat zij hun eigen fitheid in de hand hebben.
… maar ze houden zich nauwelijks bezig met de toekomst
- Hoewel de overheid uitdraagt dat Nederlanders meer voor zichzelf en elkaar moeten zorgen (bijvoorbeeld door ouderen langer thuis te laten wonen) geven 7 van de 10 aan dat goede zorg in hun ogen vooral een taak van de overheid is. Ook professionele zorginstanties hebben hier een belangrijke verantwoordelijkheid, vindt de helft van de ondervraagden. Pas dan zien zij een rol voor zichzelf weggelegd (41 procent) of voor hun naaste omgeving (23 procent). Een opvallend grote groep (4 op de 10) vindt het prima om later in een verzorgingshuis te wonen, terwijl de overheid deze vorm van langdurige zorg vrijwel heeft afgeschaft.
- 45 procent van de mensen met kinderen ziet het niet zitten dat zij straks mantelzorg verlenen.•91 procent wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, maar zij bereiden zich hier qua huisvesting niet of nauwelijks op voor. Zeventig procent heeft nog geen enkele actie ondernomen, terwijl 80 procent van de woningen volgens de ondervraagden niet of matig geschikt is voor een leven met ongemakken.
- Meer dan de helft van de 55- tot 75-jarigen maakt zich zorgen over de periode dat zij minder zelfstandig (55 procent) of ziek (51 procent) worden. Voor een derde hoeft het leven zelfs helemaal niet meer als zij afhankelijk van anderen worden.
…. en de ‘kloof’ tussen arm en rijk verdiept zich
- Uit het onderzoek blijkt verder dat de tweedeling in de bevolking tussen ‘arm en rijk’ zich na het pensioen alleen maar verdiept. Lager opgeleiden en mensen met een lager inkomen, voelen zich vaak minder prettig en maken zich meer zorgen dan mensen met hogere inkomens. Mensen met lage inkomens voelen zich niet alleen fysiek minder gezond (60 procent), bijna de helft van de mensen met een minimuminkomen geeft aan dat het leven als zij van anderen afhankelijk worden ‘niet meer hoeft’. Bij de hoogste inkomens geldt dat slechts voor een kwart.
- 60 procent van de mensen met een laag inkomen maakt zorgen over de toekomst waarin zij minder zelfstandig worden.
- Hoewel een actief leven ook leidt tot een langer leven wil maar 57 procent van de minima na het pensioen ‘de vaart in het leven houden’, tegen 80 procent van de mensen met twee keer modaal.
- Bij de minima wil of kan maar drie op de tien van eigen geld extra zorg inkopen, tegen 74 procent van de mensen met een hoog inkomen.
- Lager opgeleiden hebben op latere leeftijd minder vrienden en zijn vaker eenzaam. Bij de hoogste inkomens heeft 35 procent 15 of meer vrienden of kennissen. Onder de laagste inkomens is dit slechts 10 procent.
Wat verder opvalt:
Verwachtingen pensioen anders dan realiteit
Het leven na het pensioen blijkt vaak anders dan werkende 55-plussers denken. ‘Reizen’ en sociaal leven’ worden door werkenden als belangrijk gezien na hun pensioen, maar bij gepensioneerden blijken ze veel minder van belang. Vrijwilligerswerk en zorgen voor kleinkinderen blijken na het pensioen juist belangrijker dan werkenden denken.
Werken en stoppen
- Werkenden en gepensioneerden geven aan dat zij hun baan vaker mentaal dan fysiek zwaar vinden/vonden. Zowel mensen met fysiek als met mentaal zwaar werk willen liefst eerder met pensioen. De ondervraagden hebben vooral last van onregelmatige werktijden, techniek die ze niet kunnen bijbenen en apenrotsgedrag op de werkvloer. Als werknemers in de toekomst langer moeten doorwerken, betekent dit dat werkgevers dit met relatief eenvoudige ingrepen mogelijk kunnen maken.
- Meer dan de helft van de werkenden wil geleidelijk stoppen met werken, bijvoorbeeld door het aantal uren te verminderen. Een op de zes wil juist doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd, bijvoorbeeld in deeltijd. Dit geldt vooral voor de hoger opgeleiden.
Zingeving na het pensioen
- Een derde wil na zijn pensioen zijn of haar kennis zonder betaling overdragen op jongere mensen.
- Zeven op de tien werkenden willen zich na de pensionering nuttig blijven voelen en de helft wil een zinvolle bijdrage leveren aan de samenleving.
Leven als Terpstra of Stapel populair
Trouw vroeg ook welke bekende Nederlanders (uit een lijst van tien) 55-plussers als het meest als leefstijl-voorbeeld zien voor de tijd na hun pensioen. Onder vrouwen zijn ‘reizend positivo’ Erica Terpstra (22 procent) en ‘maatschappelijk betrokken’ Gerdi Verbeet (21 procent) de sociale iconen, terwijl de mannen voor iets hedonistischer voorbeelden gaan: Huub Stapel (21, ‘het Zwitserlevengevoel’) en ‘wijnkenner en levensgenieter’ Ilja Gort (20 procent). De ‘autonome’ prinses Beatrix werd slechts door 11 procent gekozen.
Meer lezen over het Yep-project? Kijk op trouw.nl/yep
Lees het hele onderzoek van I&O Research hier.