Op maandag 12 juni stonden de tafels in onze hoek bij Plancius mooi gedekt klaar. Liesbeth heeft dat in haar vingers en bij verjaardagen of ander lief en leed kunnen wij altijd rekenen op een mooi zelf gemaakt kaartje van haar. Jong geleerd en nog steeds gedaan bij wat nu leerkracht van groep een heet, maar toen kleuterjuf. Heerlijk dat verwend worden gevoel die maandag ook door de mensen van Plancius. Het was ruim over twee voordat de eersten voldaan opstapten.
Een aantal van ons zijn lid van Stadsdorp vanaf het eerste uur. In de tien jaar dat Stadsdorp nu bestaat, zijn er leden overleden, verhuisd, maar ook bijgekomen en gebleven. Onze vaste groep bestaat uit zo’n vijftien mensen, die op bijna volle sterkte aanwezig waren. Helaas moesten wij daarom een vijftal belangstellenden van buiten teleurstellen. Die zijn allemaal persoonlijk en van harte uitgenodigd om nog een keer maar dan anders ’s maandags op de koffie te komen. Dat is onze vaste koffieochtend bij Plancius.
Daar zijn wij ooit tien jaar geleden begonnen en verkast naar de overkant om tenslotte in en na Coronatijd te eindigen bij Swift, totdat het daar verbouwd werd. Bij onze terugkeer in Plancius kregen we een vast en rustig hoekje, dat voor de lunch werd uitgebreid tot hoek. Voor ons een ideale plek zonder geluidsoverlast en met de lusten van de bediening. Natuurlijk een bakje koffie zetten, lukt ons nog best maar de huiskamerbijeenkomsten gingen niet meer. Tien jaar Stadsdorp zijn niet aan ons aan voorbij gegaan. Onze jubileumactiviteit was niet van de actieven.
Ooit liet een cabaretier een dokter tegen een patiënt zeggen: zolang u maar niets doet, kunt u nog van alles. Die kunst van het niets doen, van het dolce far niente beginnen wij aardig onder de knie te krijgen. Binnen de kortste keren waren die mooi gedekte tafels vol bezet en overdadig gevuld met wat er op de lunchkaart maar te kiezen viel. Het feestbudget van Stadsdorp was toereikend genoeg om dat allemaal te bekostigen.